1) Lid: “Mijn verzekeringsmaatschappij en ook mijn makelaar hebben mij gevraagd het nodige te doen voor de burgerlijke partijstelling op de zitting die volgende week doorgaat. Mijn advocaat zelf wil dit echter niet doen, omdat hij nog niet alle bewijsstukken betreffende mijn medische kosten heeft. Wie moet ik geloven ?”

V.Z.W.: Uw advocaat. De burgerlijke vordering kan immers op meerdere manieren worden ingesteld, en de burgerlijke-partijstelling voor de strafrechter is slechts één van de meerdere wijzen om schadevergoeding te bekomen. Deze werkwijze heeft in principe geen zin indien de volledige schadevergoeding toch nog niet kan worden bepaald. De belangrijkste uitzonderingen op dit principe : men wenst zo spoedig mogelijk een gerechtsdeskundige aan te stellen, of men wenst een provisie te bekomen en de tegenpartij verzet zich daartegen. Zie hoger onder nr. 5 en 7 (Hoe kan men schadevergoeding vorderen?).

2) Lid: “Toen ik mijn auto wilde parkeren, werd ik achteraan aangereden door een dronken man. Deze is ongeveer een half jaar later overleden, trouwens zonder bezittingen na te laten. Het Parket heeft mij laten weten dat het de zaak zonder gevolg heeft gerangschikt. De verzekeringsmaatschappij van de overleden persoon gaat ermee akkoord dat mijn auto een totaal verlies is, maar zij kent mij daarvoor slechts een totale vergoeding toe van 12.400 € (afgerond). Wat mijn whiplash betreft, heeft de raadsgeneesheer van de verzekeringsmaatschappij slechts 2 % blijvende invaliditeit (B.I.) toegekend. Voor mijn lichamelijke schade, medische kosten inbegrepen, zou ik tevreden moeten zijn met een totale vergoeding van 2.673 €. Volgens mijn rechtsbijstand zou ik zowel de vergoeding voor de voertuigschade als deze voor mijn lichamelijke letsels moeten aanvaarden, omdat volgens haar de voorgestelde bedragen meer dan voldoende zijn. Kunnen jullie mij raad geven ?”

V.Z.W. : De gestelde problematiek vormt een goede samenvatting van de meest voorkomende problemen inzake vergoeding voor een schadegeval. Het past de onderscheiden problemen één voor één te bespreken.

1. Door het overlijden van de beklaagde vervalt de strafvordering. De heer Procureur des Konings kon dan ook niets anders doen dan het dossier zonder gevolg te rangschikken. Dit neemt uiteraard niet weg dat de benadeelden al hun rechten behouden.

2. U geniet dekking in rechtsbijstand, zodat u met alle middelen uw recht op volledige schadeloosstelling kan nastreven. Uw rechtsbijstandverzekeraar heeft niet het recht om zelf te beslissen of u al dan niet het voorstel tot schaderegeling vanwege de vergoedingsplichtige verzekeringsmaatschappij moet aanvaarden ; deze beslissing komt enkel toe aan de advocaat die u zelf heeft gekozen (zie hoger aanstelling van een advocaat, onder nr. 11.3).

3. Betreffende de raming van de voertuigschade, in het bijzonder van de vervangingswaarde, dringt de aanstelling van een eigen raadgevende voertuigexpert zich op. Zie terzake meer uitgebreid in het hoofdstuk “Voertuigschade”, meerbepaald de nummers 2, 5, en 13 t.e.m. 15.

4. Bovendien hebt u de bijstand nodig van een eigen raadsgeneesheer, die de medische besluiten van de raadsgeneesheer van de verzekeringsmaatschappij zal nazien en desgevallend zal aanvechten. Voor nadere informatie daaromtrent, zie het hoofdstuk “De medische expertise”, onder nr. 3.

5. In elk geval zal u na het advies van uw voertuigexpert en na het advies van uw raadsgeneesheer een eigen advocaat moeten raadplegen. Wie anders kan immers, op onpartijdige wijze en met de nodige ervaring en kennis, bepalen op welke schadevergoeding u werkelijk gerechtigd is ? Zie hieromtrent meer uitgebreid hoger aanstelling van een advocaat, onder nr. 11.1.

Overigens, de aanstelling van een advocaat is ook nodig van zodra een gerechtelijke expertise, zijnde in het bijzonder een medische of een voertuigexpertise, dient door te gaan.