Inhoudsopgave pagina
- 6h.1. Ten anderen is er de medische aansprakelijkheid, van de behandelende arts en/of het ziekenhuis.
- 6h.2. HET F.M.O.
- 2.1. Voor medische ongevallen die gebeurd zijn sinds 2 april 2010 kan een kosteloze administratieve procedure worden gevoerd voor het Fonds voor Medische Ongevallen (F.M.O.).
- 2.2. De administratieve procedure voor het FMO kan worden aangevat indien het gaat om een medische fout, inbegrepen nalatigheid of onvoorzichtigheid, vanwege de verstrekker van de gezondheidszorg, inbegrepen het ziekenhuis.
- 2.3. Maar de procedure voor het F.M.O. kan ook worden gevoerd indien het gaat om een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, dus zonder enige fout begaan door een zorgverstrekker. Dan gelden wel de volgende voorwaarden :
- 2.4. Er bestaat geen enkele reden om de procedure voor het F.M.O. niet te laten doorgaan. Deze administratieve procedure heeft immers enkel maar voordelen voor de patiënt die schade heeft geleden door een medisch ongeval:
- 2.5. Ook hier geldt het vergoedingsprincipe van de integrale schadeloosstelling voor de veroorzaakte lichamelijke schade.
- 2.6. Wanneer men wat dieper begint te graven in de wettelijke regeling, dan worden de voorwaarden en modaliteiten van de vergoeding voor medische ongevallen toch wel ingewikkeld.
6h.1. Ten anderen is er de medische aansprakelijkheid, van de behandelende arts en/of het ziekenhuis.
Het gaat hier om een fout (of om een andere grond van aansprakelijkheid) van een geneesheer of van het ziekenhuis, waardoor de patënt schade oploopt.
Bijvoorbeeld: de arts heeft te weinig toezicht gehouden en de patiënt is overleden – er is verkeerde of teveel medicatie toegediend – het gipsverband werd verkeerd aangelegd, waardoor een vinger verstijfd is gebleven – een instrument werd bij de operatie achtergelaten in het lichaam van de patiënt – een toestel in het hospitaal is plots defect geworden, waardoor een blijvende handicap is veroorzaakt.
Bij de medische aansprakelijkheid vloeien de strafrechtelijke (onopzettelijke slagen of verwondingen), de extracontractuele (art. 1382 en 1383, of evt. 1384, al. 1 BW) en de contractuele aansprakelijkheid samen. Hier bestaan enkele juridische valkuilen betreffende de samenloop en de verjaring.
Mits de nodige juridische begeleiding kan u de dokter en/of het hospitaal aansprakelijk stellen en alzo volledige vergoeding vorderen voor alle veroorzaakte schade.
Maar de nodige levering van het bewijs van de begane medische fout en van het oorzakelijk verband met de sequelen vormt vaak een struikelblok.
6h.2. HET F.M.O.
2.1. Voor medische ongevallen die gebeurd zijn sinds 2 april 2010 kan een kosteloze administratieve procedure worden gevoerd voor het Fonds voor Medische Ongevallen (F.M.O.).
Dit Fonds werd meerbepaald opgericht bij de wet van 31 maart 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 april 2010. Maar dit F.M.O. heeft meer dan 2 jaar moeten wachten op een uitvoeringsbesluit; het Koninklijk Besluit van 25 augustus 2012 trad in werking op 1 september 2012. Dit neemt niet weg dat vergoeding kan worden gevorderd voor alle medische ongevallen die zijn gebeurd sinds 2 april 2010.
2.2. De administratieve procedure voor het FMO kan worden aangevat indien het gaat om een medische fout, inbegrepen nalatigheid of onvoorzichtigheid, vanwege de verstrekker van de gezondheidszorg, inbegrepen het ziekenhuis.
Voor alle duidelijkheid : gaat het om een medische fout, dan kan het slachtoffer niet uitsluitend de procedure voeren voor het F.M.O., maar daarnaast en daarboven ook de procedure voor de burgerlijke rechtbank en/of voor de strafrechtbank (zie hierover hierboven onder nr. 6h.1).
2.3. Maar de procedure voor het F.M.O. kan ook worden gevoerd indien het gaat om een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, dus zonder enige fout begaan door een zorgverstrekker. Dan gelden wel de volgende voorwaarden :
a. de schade moet te wijten zijn aan de zorgverstrekking zelf (en dus niet aan de gezondheidstoestand van de patiënt) ;
b. de schade moet abnormaal zijn en had zich dus niet mogen voordoen vanuit het oogpunt van de huidige stand van de medische wetenschap (en rekening gehouden met de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie) ;
c. het moet gaan om ernstige schade.
Wat deze laatste vereiste betreft werden meerbepaald de volgende voorwaarden gesteld:
– het slachtoffer (patiënt) is voor minstens 25% blijvend invalide;
– hij heeft arbeidsongeschiktheid geleden gedurende 6 maand (nl. minstens zes opeenvolgende maanden ofwel zes niet opeenvolgende maanden binnen een periode van twaalf maanden);
– hij is overleden;
of
– de schade verstoort zijn levensomstandigheden in bijzonder erge mate.
Dus ook indien geen medische fout kan worden bewezen, zal het slachtoffer in vele gevallen vergoeding kunnen bekomen via de procedure voor het F.M.O.
2.4. Er bestaat geen enkele reden om de procedure voor het F.M.O. niet te laten doorgaan. Deze administratieve procedure heeft immers enkel maar voordelen voor de patiënt die schade heeft geleden door een medisch ongeval:
* de patiënt die schade heeft geleden door een medisch ongeval kan het F.M.O. vatten door louter een aangetekende brief te zenden aan het F.M.O. ;
* deze procedure is volkomen kosteloos ; dit kosteloos karakter strekt zich uit over het voeren van de medische expertise, het beoordelen of de schadevergoeding voorgesteld door de vergoedingsplichtige verzekeringsmaatschappij al dan niet aanvaardbaar is, e.d. ;
* het F.M.O. neemt spontaan de leiding van de procedure ; het vraagt alle documenten en informatie die nodig zijn om de schade en de oorzaak ervan te kunnen beoordelen op bij de ziekenhuizen, geneesheren, e.d. ; personen die niet tijdig antwoorden kunnen een zware sanctie oplopen ;
zo is het probleem opgelost dat zich in de praktijk stelde om de nodige bewijzen betreffende de medische fouten te bekomen;
* onder bepaalde voorwaarden zal het F.M.O. zelfs met de vergoedingsplichtige B.A.-verzekeraar bemiddelen over de passende schadevergoeding ;
* de patiënt kan na of tijdens de procedure voor het F.M.O. steeds ook een procedure voor de Rechtbank van Eerste Aanleg aanvatten tegen de arts of andere zorgverstrekker die het medische ongeval heeft veroorzaakt door zijn fout of nalatigheid ; de patiënt/benadeelde kan dus wel degelijk op twee paarden tegelijk wedden, nl. via de procedure voor het F.M.O. én via de procedure voor de Rechtbank van Eerste Aanleg ; hij kan trouwens bovendien strafklacht neerleggen tegen de arts of andere zorgverstrekker (wegens onvrijwillige slagen of verwondingen).
Dus enkel maar voordelen!
2.5. Ook hier geldt het vergoedingsprincipe van de integrale schadeloosstelling voor de veroorzaakte lichamelijke schade.
2.6. Wanneer men wat dieper begint te graven in de wettelijke regeling, dan worden de voorwaarden en modaliteiten van de vergoeding voor medische ongevallen toch wel ingewikkeld.
Het is dus wel degelijk meer dan aangeraden dat u daaromtrent de bijstand van een advocaat inroept. Hopelijk wordt een dergelijke bijstand gedekt door de rechtsbijstandsverzekeraar (bvb. binnen de familiale verzekeringspolis), aan wie de voorafgaandelijke toelating dient te worden gevraagd.
De oprichting van het F.M.O. is beloftevol voor patiënten die schade hebben geleden door een medische fout of door een medisch ongeval zonder fout. De opdracht van het F.M.O. is evenwel loodzwaar: zelf bewijzen verzamelen, de voorgestelde schadevergoeding en de medische fout beoordelen, bemiddelen, sancties bepalen, uitbetalingen verrichten,… De hamvraag blijft: welke personen zullen via de uitvoeringsbesluiten worden aangeduid om de functies binnen het F.M.O. te vervullen ; gaat het om louter politieke benoemingen, dan zal het F.M.O. wellicht een stille dood sterven.
Bovendien wordt de jaarlijkse uitgave voorlopig slechts geraamd op 20 miljoen euro, terwijl dit wellicht een felle onderschatting zal blijken te zijn.
Tenslotte is de wetgeving nogal complex.