NOOT VOORAF: de tekstgedeelten in lichtgrijze kleur zijn enkel bedoeld om verdere juridische opzoekingen te vergemakkelijken; niet-juristen dienen omzichtig om te gaan met deze teksten.

11.31 Vooreerst is er de vergoedende (of “compensatoire”) intrest.

– Deze intrest is verschuldigd vanaf de dag van het ontstaan van de schade, wegens de vertraging in de uitbetaling van de schadevergoeding. Zij loopt “automatisch”, dus zonder dat een aanmaning nodig is.

– De rechter kiest de rentevoet (het percentage) vrij, rekening houdende met de muntontwaarding (inflatie) en de marktrente en met de netto-opbrengst van belegde kapitalen. Het principe dat voor ogen moet worden gehouden is: de intrest moet zo worden bepaald dat zij de schade ingevolge de vertraging in de schadeloosstelling (inbegrepen de muntontwaarding) correct vergoedt. Zeer vaak wordt de rentevoet voor de vergoedende intrest bepaald op de wettelijke rentevoet.

De wettelijke rentevoeten zijn (zie artikel 2, § 1, van de Wet 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, B.S. 7 mei 1865 en artt. 87 en 88 Programmawet van 27/12/06, B.S. 28/12/06):

– vanaf 1 juli 1970 : 6,5% (Wet 30 juni 1970, B.S. 24 juli 1970);
– vanaf 1 november 1974 : 8,0% (KB 14 oktober 1974, B.S. 19 oktober 1974);
– vanaf 1 augustus 1981 : 12,0% (KB 28 juli 1981, B.S. 8 augustus 1981);
– vanaf 1 augustus 1985 : 10,0% (KB 17 juli 1985, B.S. 23 juli 1985);
– vanaf 1 augustus 1986 : 8,0% (KB 16 juli 1986, B.S. 30 juli 1986);
– vanaf 1 september 1996 : 7,0% (KB 4 augustus 1996, B.S. 15 augustus 1996);
– vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 : 6% (B.S. 17 januari 2007);
– vanaf 1 januari 2008: (terug) 7 %;
– vanaf 1 januari 2009: 5,5 %;
– vanaf 1 januari 2010: 3,25 %;
– vanaf 1/1/11: 3,75 %;
– vanaf 1/1/12: 4,25´%;
– Voor het jaar 2013 is de wettelijke interestvoet :
2,75 %.

– Doorgaans wordt voor de stoffelijke schade intrest vanaf de dag van het ongeval, aan de wettelijke rente, toegekend. De hoofdsom van de vergoeding voor de schade T.A.O. wordt vermeerderd met intrest vanaf de (gewogen) gemiddelde datum, en de forfaitaire vergoeding voor de schade B.I. met intrest vanaf de consolidatiedatum.

De indicatieve tabel van oktober 2008 voorziet:

” V. Intrest en provisie

A. Vergoedende intrest

57. Als vergoeding van het uitstel van betaling of de vertraging van het herstel, vóór de uitspraak van het vonnis, wordt ter compensatie een intrest toegekend op 1° de hoofdsom en 2° de provisie.

1°. Op de hoofdsom

58. De vergoedende of compensatoire rente is een element van de schade en is bestemd om de schade te herstellen die tot stand gekomen is door een vertraging in de betaling van de verschuldigde vergoedingen.
De rechter begroot het percentage in concreto.
De verantwoordelijke voor de schade of zijn verzekeraar moet de voorschotten in de kortste termijn voldoen. Langs zijn kant heeft het slachtoffer, die ook zijn schade moet beperken, de verplichting zo vlug als mogelijk zijn schadebewijzen en eisen te laten kennen.

(…)

2°. Op de provisies

61. Logischerwijze wordt op de provisie dezelfde rente toegekend als de vergoedende rente die aan het slachtoffer toegekend wordt.

B. Moratoire rente

62. De moratoire rente vergoedt de periode van niet-betaling van de schadevergoeding na het vonnis en beloopt steeds de wettelijke intrestvoet.
Zowel de compensatoire vergoedende rente als de moratoire rente zijn een vorm van gerechtelijke rente”.

– Wanneer de schaderegeling nodeloze vertragingen oploopt door de fout (inbegrepen het niet-reageren) van de benadeelde, dan zal deze houding vaak worden gesanctioneerd door de intrest op een verlaagde rentevoet te bepalen, bvb. van 2 of 3 %, of door geen enkele intrest toe te kennen gedurende een zekere tijd.

De indicatieve tabel:

“59. Wanneer de vertraging in de afhandeling van de regeling te wijten is aan de fout of de nalatigheid van het slachtoffer heeft dit laatste geen recht meer op de vergoedende intrest voor de duur van die periode van de fout of de nalatigheid”.

11.32 De verplichting van de verzekeringsmaatschappij om binnen een redelijke termijn een passende vergoeding te betalen werd in meerdere regels vastgelegd:

* art. 13, §1 W.A.M. : “Binnen een termijn van drie maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend, moet de verzekeringsonderneming van degene die het ongeval heeft veroorzaakt of de verzekeringsonderneming van de eigenaar, de houder of de bestuurder van het motorrijtuig betrokken in het ongeval in de zin van artikel 29 bis, §1, eerste lid, of haar schaderegelaar, een met redenen omkleed voorstel tot schadevergoeding voorleggen, wanneer de aansprakelijkheid of de toepassing van artikel 29 bis niet wordt betwist en de schade niet wordt betwist en gekwantificeerd werd. (…)” ;

* art. 13, §2 W.A.M. : “Indien geen voorstel tot schadevergoeding is voorgelegd binnen de termijn van drie maanden bedoeld in §1, is de verzekeraar van rechtswege gehouden tot betaling van een bijkomend bedrag, berekend tegen de wettelijke interestvoet, toegepast op de door hem voorgestelde of door de rechter aan de benadeelde toegewezen vergoeding (…)” ;

* art. 14, §2 W.A.M. : “Indien geen met redenen omkleed antwoord is gegeven binnen de termijn van drie maanden bedoeld in §1, moet de verzekeraar van rechtswege een forfaitair bedrag van 250 EUR per dag betalen.

Dit bedrag is verschuldigd vanaf een van de volgende twee dagen die zich het vroegste voordoet :

1°) de dag waarop de benadeelde persoon, per aangetekende brief of om het even welk ander gelijkgesteld middel, de verzekeraar aan de vervaldag van de termijn bedoeld in §1 heeft herinnerd ;
2°) de dag waarop de verzekeraar in toepassing van artikel 19 bis – 13, §1, tweede lid, 1°) door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds werd verwittigd.

Dit bedrag is niet meer verschuldigd de dag volgend op de dag van de ontvangst van het met redenen omkleed antwoord of van het gemotiveerde voorstel tot schadevergoeding door de benadeelde persoon”

Deze regeling is vrij nieuw en er bestaat zeer nog maar weinig rechtspraak terzake. Maan in elk geval de vergoedingsplichtige B.A.-verzekeraar tijdig aan, per aangetekende brief. De sanctie kan voor u zeer winstgevend zijn: een verhoging van de schadevergoeding met een som gelijk aan de wettelijke rentevoet, en bovendien 250 euro per dag, onder de wettelijke voorwaarden !