1) LID: “Mijn vrouw werd 2 maanden geleden aangereden door een camioneur die in fout was. Zij was net vertrokken naar haar werk (dus werkongeval). Ze heeft een whiplash en rugpijn door dat ongeval. Wij weten dat de verzekeraar van het arbeidsongeval de dokterskosten zal betalen en ook de arbeidsinkomsten zal vergoeden. Maar betaalt zij ook een vergoeding aan mijn moeder, die sinds het ongeval ons huishouden runt? En wie geeft wat geld voor de pijn van mijn vrouw, voor onze verplaatsingen naar het ziekenhuis, voor onze telefoons en postzegels, voor al het bijkomende werk dat ik moet presteren (vooral voor onze 2 kinderen),… ?”

V.Z.W. : Uw echtgenote is het slachtoffer van een zogenaamd arbeidswegongeval. Dit betekent vooreerst dat zij recht heeft op de wettelijke vergoedingen vanwege de arbeidsongevallenverzekeraar. Deze zal meerbepaald de professionele schade (het verlies aan beroepsinkomsten) vergoeden, zij het in vele gevallen niet volledig ; bovendien zal zij de medische en aanverwante kosten en de verplaatsingen (in het bijzonder voor medische onderzoeken en behandelingen) vergoeden. Maar andere nadelen vergoedt zij niet. Zie ook hoger nr 6c het arbeidsongevallenrecht .

Aangezien de andere bestuurder aansprakelijk is zal uw vrouw bovendien recht hebben op schadevergoeding vanwege de autoverzekeraar, juister de B.A.-verzekeraar * genoemd. Ongeveer dezelfde bijkomende vergoedingen zal zij trouwens bekomen indien zij moet worden beschouwd als zwakke weggebruiker, bvb. omdat zij als passagier in de auto zat of omdat zij zich te voet of per fiets verplaatste naar het werk.

Meerbepaald zal zij in al deze gevallen recht hebben op de volgende bijkomende vergoedingen (dus naast de uitkeringen van de arbeidsongevallenverzekeraar) :

* voor de huishoudelijke schade tijdens de T.A.O.*, dus voor het feit dat zij de huishoudelijke bezigheden niet of enkel met meer inspanningen kan verrichten, een vergoeding op basis van 19,50 € per dag, in verhouding met het percentage van de T.A.O.*;
* voor de morele schade gedurende de T.A.O., dus vooral voor de pijnen en ongemakken, een vergoeding van 25 € per dag, in verhouding met het percentage van de T.A.O.;
* voor de huishoudelijke en morele schade tijdens de B.A.O.*, dus vanaf de consolidatiedatum, zal meestal een forfaitaire – zijnde ruw geschatte – vergoeding worden toegekend waarbij vooral rekening wordt gehouden met de leeftijd van het slachtoffer ;
* en voor eventuele andere schade (afhankelijk van de feitelijke omstandigheden).

Daar uw vrouw blijkt samen te wonen met u en daar bovendien twee kinderen aanwezig blijken te zijn in het gezin, zal de vergoeding voor de huishoudelijke schade van uw vrouw meestal worden vastgelegd aan 19,50 € per dag, in evenredigheid met de graden van T.A.O. Hierbij past de volgende verduidelijking : het is niet de hulp van uw moeder of van uzelf waarvoor vergoeding wordt toegekend ; de vergoeding wordt in feite enkel toegekend aan uw vrouw zelf, omdat zij de huishoudelijke activiteiten niet meer of enkel met meer moeite kan verrichten, en in principe wordt deze vergoeding niet beïnvloed door het feit dat andere personen haar huishoudelijk werk geheel of gedeeltelijk hebben overgenomen.

De morele schade wordt bijna steeds vastgelegd aan een dagvergoeding van 25 € (met enkele uitzonderingen).

Vanzelfsprekend kan een duidelijke berekening enkel op objectieve wijze worden gemaakt door een advocaat.

2) LID:”Mijn vriend is per motorfiets tegen een onvoorzichtige rolschaatser geknald en daarna tegen (en onder) een geparkeerde auto. Hij werd zwaar gehandicapt door het ongeval. Hoe kan hij vergoeding bekomen?”

V.Z.W. : Hoewel de rolschaatser uiteraard een zwakke weggebruiker is, die dus vergoeding voor zijn lichamelijke schade zal bekomen, blijft hij burgerlijk aansprakelijk. Hij moet dus alle schade vergoeden die hij heeft veroorzaakt, zowel aan uw vriend als aan de eigenaar van de auto.

Hopelijk heeft hij een afdoende familiale verzekering afgesloten. Zo niet dreigt hij levenslang te moeten betalen (tot aan het beslagbaar deel) en dreigt uw vriend geen volledige vergoeding te kunnen bekomen.

3) LID: “Mijn zoon van 17 jaar heeft verleden jaar met zijn bromfiets een auto aangereden. Hij vervoerde toen zijn vriendin en hij had 5 pinten gedronken. De verzekeringsmaatschappij vraagt de terugbetaling van de vergoeding voor de autoschade, zijnde 2.200,00 €. Kunnen wij daar iets tegen doen ?”

V Z.W.: Onder nr. 7 t.e.m. 10 werd reeds beknopt besproken onder welke voorwaarden terugvordering (regres) door de verzekeringsmaatschappij kan gebeuren. Hier staan wij voor een cumulatie van 2 mogelijke gronden voor regres, nl. 1° dronkenschap en 2° het sturen door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wetgeving.

Deze laatste grond voor terugvordering door de verzekeringsmaatschappij bestaat hier inderdaad : volgens de Belgische wetgeving moet een bromfietser de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt om een passagier te mogen vervoeren. Een oorzakelijk verband tussen deze inbreuk en het ongeval is niet vereist. Wel moet worden opgemerkt dat bepaalde rechtspraak – begrijpelijkerwijze – van oordeel is dat de verzekeringsmaatschappij op voormelde grond geen terugbetaling van de uitbetaalde schadebedragen kan bekomen, omdat deze grond geen betrekking heeft op een zware fout en bovendien onrechtvaardig is. Deze billijke beoordeling wordt echter slechts door een klein deel van de rechtbanken toegepast.

Ten anderen wordt eraan herinnerd dat het loutere feit dat de bestuurder 5 glazen pils heeft gedronken zeker niet noodzakelijkerwijze tot gevolg heeft dat er sprake zou zijn van dronkenschap. De loutere alcoholintoxicatie volstaat niet om het regres van de verzekeringsmaatschappij toe te staan (zie hierboven onder nr. 7).

4) LID: “Gisteren reed een auto mijn dochter, die naar school fietste, aan. Zij is door die aanrijding ernstig invalied geworden. De bestuurder pleegde vluchtmisdrijf. De nummerplaat werd genoteerd door een getuige. De bestuurder zou illegaal in België verblijven, hij zou de wagen hebben gestolen tijdens een proefrit en dus zou deze wagen niet verzekerd zijn. Kunnen wij vergoeding bekomen, ook als de dader niet wordt gevonden ?”

V Z.W.: “Inderdaad. U dient enkel te bewijzen dat de letsels wel degelijk zijn veroorzaakt door een aanrijding vanwege een motorrijtuig. Dit bewijs kan o.a. worden geleverd door getuigen en samenhangende vermoedens ; overigens zal normalerwijze geen bewijsprobleem bestaan in onderhavig geval. Neem wel binnenkort contact op met uw familiale verzekeraar en met uw rechtsbijstandsverzekeraar ; dit contact kan eventueel worden genomen via uw makelaar.
Nadat u, wellicht via de kennisname van het strafdossier, de nodige gegevens m.b.t. de aanrijding zal hebben bekomen zal u de door u geleden schade kenbaar maken aan de verzekeringsmaatschappij of gelijkgestelde instelling die aan u schadevergoeding moet betalen. Deze instelling is, naargelang het geval het Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars (BBAV) of het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF).

Aangaande ongevallen met een internationaal karakter zie Tips na een ongeval, onder nr. 10.

Onthoud dat u in de meeste gevallen vergoeding kan bekomen voor de voertuigschade en zeker voor lichamelijke schade die niet door uw eigen fout is veroorzaakt, ook al kan niet onmiddellijk een aansprakelijke worden aangewezen. De belangrijkste uitzondering: voertuigschade door een niet-geïdentificeerde bestuurder, en dit om te vermijden dat de eigenaar die zelf zijn voertuig heeft beschadigd ten onrechte vergoeding zou kunnen bekomen.