6.1 Vooreerst moet worden opgemerkt dat een gerechtelijke expertise in de praktijk gemakkelijk meer dan een jaar in beslag neemt.

Tevens past het om, in het voordeel van de gerechtsdeskundige, het volgende voor ogen te houden :

a. uw zaak is voor hem een routinezaak, en hij weet precies welke inlichtingen nodig zijn om zijn besluiten te kunnen vormen ;
b. voor u gaat het daarentegen om een mijlpaalgebeurtenis in uw leven ; u bereidt zich goed voor om van alles en nog wat uiteen te zetten, maar een groot deel van deze informatie is voor de gerechtsdeskundige overbodig.

Wrijvingen tussen de gerechtsdeskundige en het slachtoffer komen in de praktijk regelmatig voor. Daarbij staat de gerechtsdeskundige uiteraard aan de sterke kant, aangezien hij beslist welke besluiten hij zal vastleggen…

Het slachtoffer heeft er in elk geval alle baat bij om zich bij een expertise kalm en beleefd te gedragen, zelfs al zou de expert dit niet zijn; tezelfdertijd moet worden beklemtoond dat hij/zij voldoende assertief moet zijn om bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat de expert wel degelijk alle klachten en letsels noteert (zie daaromtrent ook Adviezen om de volledige vergoeding voor uw lichamelijke schade te bekomen, onder nr. 17).

6.2 De maatregelen die het slachtoffer kan nemen tegenover een gerechtsdeskundige die niet naar behoren zijn taak uitvoert zijn beperkt

Nl. : wraking of vervanging van de gerechtsdeskundige, of – na de expertise – een nieuwe of aanvullende gerechtelijke expertise; vanaf 1/9/07 kan elke partij de gerechtsdeskundige laten oproepen voor de rechter die de deskundige heeft aangesteld, om zo de rechter te doen beslissen over de betwistingen betreffende de expertise (art. 973 § 2 Ger.W.).

Hierbij rijst voorafgaandelijk de vraag of de rechtbank wel de toepassing van de gevraagde maatregel zal toestaan. Vaak is dit niet het geval, bijvoorbeeld omdat de voorwaarden (voor de wraking, vervanging of nieuwe expertise) niet vervuld zijn of omdat deze maatregel overbodig wordt geacht.

6.21 De wraking is werkelijk een uitzonderlijke maatregel.

Art. 966 Gerechtelijk Wetboek : “De deskundigen kunnen worden gewraakt om dezelfde redenen als de rechters”.

Art. 967 Ger. W. : “Iedere deskundige die weet dat er enige reden van wraking tegen hem bestaat, is ertoe gehouden zulks onverwijld aan de partijen mee te delen en zich van de zaak te onthouden indien de partijen hem geen vrijstelling verlenen”.

Art. 969 Ger. W. : “Na de eerste bijeenkomst voor het deskundigenonderzoek mag geen wraking meer worden voorgedragen tenzij de partij eerst nadien kennis heeft gekregen van de wrakingsgronden”.

6.22 De vervanging van een gerechtsdeskundige gebeurt vaker, namelijk in het bijzonder wanneer hij de expertise – opdracht niet kan of wil aanvaarden of verderzetten (wegens teveel werk, pensionering, overlijden, …).

Een dergelijke vervanging kan ook worden toegestaan op verzoek van één der partijen, tegen de wil van de gerechtsdeskundige in, bijvoorbeeld ingeval deze abnormaal traag of niet meer reageert. De vervanging van de deskundige zal thans ook gebeuren wanneer de gerechtsdeskundige “zijn opdracht niet naar behoren vervult” of wanneer de partijen daar gezamenlijk om verzoeken (nieuw art. 979, §1 Ger. W., van toepassing vanaf 1/9/07).

Een randbemerking hierbij : indien de gerechtsdeskundig zich verzet tegen zijn wraking/vervanging en zijn gelijk behaalt, dan zal het slachtoffer nog meer mogen vrezen voor een niet-objectieve beoordeling door de gerechtsdeskundige. Bovendien bestaan er praktische problemen bij de wraking of vervanging : al het werk dat reeds werd gepresteerd door de gerechtsdeskundige wordt vaak in feite zo goed als nutteloos.

6.23 Volgens de nieuwe wetgeving, van toepassing voor experten aangesteld vanaf 1 september 2007, kunnen de partijen bij gewone brief aan de rechter verzoeken om op te treden betreffende een betwisting die is ontstaan m.b.t. het deskundigenonderzoek;

Dit omvat een verzoek tot vervanging van de deskundige of tot wijziging van diens opdracht. Onmiddellijk na dit verzoek wordt de zaak beoordeeld in Raadkamer.

Art. 973 § 2 Ger.W.: “Alle betwistingen die in de loop van het deskundigenonderzoek met betrekking tot dit onderzoek ontstaan tussen de partijen of tussen de partijen en de deskundigen, met inbegrip van het verzoek tot vervanging van de deskundigen en van elke betwisting aangaande de uitbreiding of de verlenging van de opdracht, worden door de rechter beslecht.
De partijen en de deskundigen kunnen zich daartoe bij gewone brief, met vermelding van de redenen, tot de rechter wenden. De rechter gelast onmiddellijk de oproeping van de partijen en de deskundigen.
De griffier geeft hiervan binnen vijf dagen bij gewone brief kennis aan de partijen en raadslieden en bij gerechtsbrief aan de deskundige (…)”

De rechters blijken hun bevoegdheid om de gerechtelijke expertise bij te sturen gelukkiglijk ruim op te vatten. Niemand is erbij gebaat dat een expertise onvolledig of onjuist wordt uitgevoerd. Het hoofddoel ervan blijft dat de nodige feitelijke informatie aan de partijen en aan de rechters wordt verstrekt door de deskundige.

6.24 Het vorderen van een nieuwe of aanvullende gerechtelijke expertise stelt minder problemen

Deze vordering wordt immers gesteld nadat de (eerste) gerechtelijke expertise is voltooid. De rechtbank kan beslissen tot een volledig nieuwe gerechtelijke expertise, door een andere expert; zij kan evenzeer beslissen tot enkel een aanvullende expertise of tot loutere onderhoring van de aangestelde gerechtsdeskundige.

Art. 984 Ger. W. : “Indien de rechter in het verslag niet voldoende opheldering vindt, kan hij een aanvullend onderzoek door dezelfde deskundige ofwel een nieuw onderzoek door een andere deskundige bevelen.
De nieuwe deskundige mag aan de vroeger benoemde deskundige de inlichtingen vragen die hij dienstig acht”.

Evenwel zal de rechtbank enkel in eerder uitzonderlijke gevallen een nieuw of aanvullend gerechtelijk deskundigenonderzoek toestaan.

De rechter kan ook, tijdens het gehele verloop van de debatten, de deskundigen ter zitting horen.

6.25 Een degelijke gerechtsdeskundige gedraagt zich als volgt :

a. als mens :

* in de praktijk moet men constateren dat veel gerechtsdeskundigen al te weinig empathie opbrengen voor het slachtoffer ; door het ongeval is de kwaliteit van het leven van het slachtoffer aangetast, met niet enkel fysieke maar ook psychische gevolgen (al is het maar een bepaalde frustratie) ; voor een nuchtere arts kan het slachtoffer overkomen als iemand die overdrijft, hoewel het enkel maar met enige emotie en misschien zelfs kwaadheid de beperkingen door het ongeval beschrijft ; al te vaak wordt dit geïnterpreteerd als aggravatie (het erger voorstellen van de gevolgen dan deze in werkelijkheid zijn) of zelfs als simulatie (veinzing) ;
* veel slachtoffers klagen over de arrogante houding van bepaalde gerechtsdeskundigen ; dezen moeten ook kunnen omgaan met slachtoffers die minder intelligent zijn, die op een beleefde wijze willen worden aangesproken, die soms iets over de gevolgen van het ongeval willen vertellen dat niet onmiddellijk relevant is voor de expertise, die weetgierig zijn en dus allerlei vragen stellen, of die weinig manieren hebben geleerd ;

b. als expert (adviesverlener) :

* hij vraagt alle medische informatie (verslagen, beeldvorming, e.d.) op ;
* hij bestudeert grondig zowel de aan hem voorgelegde medische stukken als de medische literatuur en andere informatiebronnen die betrekking hebben op de medische discussiepunten ;
* hij staat open voor de informatie en bedenkingen gegeven door de betrokkenen (zijnde door het slachtoffer, de twee raadsgeneesheren, en de twee advocaten) ;
* hij denkt op een objectieve en eerlijke wijze na over alle hem voorgelegde discussiepunten en doet alle nodige afwegingen ; hij zal in elk geval rekening willen houden met de werkelijkheid, en dus o.a. met de vraag wat de werkelijke gevolgen van het ongeval zijn voor het slachtoffer ;
* hij zet zijn bevindingen, vooral zijn overwegingen, duidelijk uiteen in zijn verslag ; hoewel de eerlijkheid vaak gebiedt dat men enige twijfel dient te tonen in de besluitvorming, blijkt dit in de praktijk niet aangeraden te zijn (o.a. omdat dit helaas vaak wordt beschouwd als onduidelijkheid of onzekerheid, wat dan wordt aangegrepen om een nieuwe expertise te vragen) ;
* vragen en opmerkingen op de voorlopige bevindingen en besluitvorming zal de expert grondig en duidelijk beantwoorden ;

c. als gerechtsdeskundige :

* een gerechtsdeskundige moet uiteraard onpartijdig zijn, en hij mag zelfs niet de schijn verwekken dat hij vóór of tegen het slachtoffer gezind is ; zelfs een schijn van partijdigheid kan aanleiding geven tot wraking van de gerechtsdeskundige (zie hierboven) ;
* zijn tweede hoofdverplichting bestaat in het eerbiedigen van de rechten van verdediging ; dit betekent dat de gerechtsdeskundige zijn medisch besluiten in concreto en onderbouwd moet motiveren, dat hij de verzoeken tot een bijkomend onderzoek enkel kan afwijzen mits daarvoor een gegronde reden op te geven, en dat hij voor de partijen en voor de rechtbank voldoende duidelijk moet maken waarom hij tot deze medische besluiten is gekomen ;
* een ander aspect van het recht op verdediging heeft betrekking op het respecteren van de tegensprekelijkheid van de expertise ; wanneer de gerechtsdeskundige bepaalde stukken ontvangt zonder dat duidelijk is dat deze stukken ook zijn kenbaar gemaakt aan de andere partij, dan dient hij daarover zekerheid te bekomen ; zo ook zal hij weigeren om één der partijen (i.h.b. één van de raadsgeneesheren) te aanhoren over de zaak wanneer de andere partij daarbij afwezig is ; in dit kader kan worden aangestipt dat een halve eeuw geleden aan een gerechtsdeskundige de raad werd gegeven om ten vroegste enkele minuten na het aanvangstijdstip van de vastgelegde zitting van de expertise te verschijnen, om te vermijden dat men zou kunnen vermoeden dat hij reeds besprekingen zou hebben gevoerd met één van de twee raadgevende experten ;
* op de expertisezitting zal de gerechtsdeskundige aan elk van de aanwezigen (het slachtoffer en de raadsgeneesheren) voldoende tijd gunnen om hen te laten spreken ; hij neemt nota van alles wat nuttig is of kan zijn ; hij stelt de juiste vragen ; hij ziet na welke bijkomende onderzoeken nog aangewezen zijn en bespreekt dit met de raadsgeneesheren ; hij laat een discussie toe, maar laat deze niet ontaarden.

6.3 Enkele bedenkingen

Wie blijvende klachten overhoudt aan een ongeval zal toch een paar jaar moeten wachten op de definitieve schadevergoeding (hoewel ondertussen provisies kunnen worden gevraagd).

Immers, de vergoeding voor de lichamelijke en aanverwante schade kan uiteraard slechts worden bepaald nadat de omvang van deze schade werd vastgesteld en beschreven. De beschrijving van de lichamelijke letsels kan op haar beurt slechts definitief en volledig gebeuren van zodra consolidatie * is ingetreden, dus van zodra de letsels niet meer wijzigen. Voormelde beschrijving kan overigens enkel worden gegeven door een arts, die als expert is aangesteld; deze zal wellicht bepaalde bijkomende onderzoeken bevelen vooraleer zijn besluiten op te maken. Deze medische besluiten kunnen dan ook doorgaans pas na meer dan een jaar na het ongeval worden vastgelegd; maar bij ernstige B.A.O. kan de medische expertise nog heel wat langer aanslepen, vooral doordat de consolidatie moet worden afgewacht.

.
Vervolgens moet mogelijks een tegensprekelijke expertise doorgaan. Daarna moet uw verzekeraar rechtsbijstand of – beter – uw advocaat dan nog de afrekening tot schadeloosstelling opmaken, en nadien via onderhandelingen met tegenpartij een minnelijke regeling nastreven; en tenslotte moet u mogelijks procederen om de passende vergoeding te kunnen bekomen.

Kortom, de definitieve medische besluiten worden meestal pas meer dan 1 jaar na het schadegeval opgesteld en de vergoeding volgt nog – een beetje of veel – later…