9.11 Synoniemen voor “lichamelijke schade”: letselschade, schade aan de mens, persoonsschade, aantasting van de lichamelijke en psychische integriteit, …

Het gaat hier om (de vergoeding voor) lichamelijke letsels in de ruimste zin, inbegrepen de nadelen op het morele vlak en de psychische letsels. Het gaat dus om de nadelen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit de (fysieke en/of psychische) letsels die een persoon heeft opgelopen.

9.12 Het hoofdonderscheid in lichamelijke schade: materiële (* E-O) en morele (*E-O) schade. Beide worden verder onderverdeeld (zie hieronder nr. 9.2 ).

9.13 Een ander belangrijk onderscheid: invaliditeit en arbeidsongeschiktheid / persoonlijke, huishoudelijke en economische ongeschiktheid

9.13.1 Vooreerst zal de geneesheer-expert nagaan in welke mate de fysieke integriteit, dus het lichamelijk (inbegrepen het cerebraal / psychisch) vermogen, van het slachtoffer is aangetast; dus de vraag: welke aantasting, dus handicaps en andere beperkingen, kan op medisch gebied worden aangenomen? Dit betreft de (tijdelijke of blijvende) invaliditeit.
Daarna wordt, grotendeels op basis van de bepaling van de invaliditeit en ook van de beperkingen om te kunnen handelen, nagegaan in welke mate het slachtoffer nog kan werken ( op professioneel, maar ook op huishoudelijk vlak, en desgevallend betreffende postlucratieve of extraprofessionele activiteiten). Dit betreft de arbeidsongeschiktheid.

Men maakt het onderscheid tussen enerzijds Tijdelijke Ongeschiktheid (T.O.) / Tijdelijke arbeidsongeschiktheid (T.A.O.) *P-Z tegenover Blijvende arbeidsongeschiktheid (B.O.) / Blijvende arbeidsongeschiktheid (B.A.O. = B.W.O.) *A-D . Dit onderscheid wordt bepaald door de consolidatiedatum.

9.13.2 De vergoeding voor de lichamelijke schade wordt vooral bepaald door de medische besluiten, dus de besluiten van de medische expertise. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende 3 vormen van ongeschiktheid:

a. de economische ongeschiktheid (E.O.) slaat op de professionele schade; deze tot aan de consolidatiedatum is de tijdelijke (T.E.O.) en deze erna de blijvende (B.E.O.);

b. de huishoudelijke schade (H.O.) wordt op eenzelfde wijze ingedeeld, dus in T.H.O. gevolgd door B.H.O.;

c. de morele schade wordt thans ook persoonlijke ongeschiktheid (P.O.) genoemd; de evoluerende T.P.O. wordt gevolgd door de vaste, levenslange B.P.O.

 

Een voorbeeld van medische besluiten.

1. Graden van T.E.O.:

a. 100 % vanaf 15/5/20 (datum ongeval) tot 15/11/20
b. 75 % van 16/11/20 tot 15/3/21
c. 50 % van 16/3/21 tot 31/12/21

2. Graden van T.H.O. alsook van T.P.O.:

a. 100 % vanaf 15/5/20 (datum ongeval) tot 15/9/20
b. 75 % van 16/9/20 tot 15/3/21
c. 50 % van 16/3/21 tot 31/12/21

3. Pretium doloris:

4/7 gedurende eerste 3 weken
3/7 gedurende 4 weken
2/7 gedurende 6 weken
1/7 gedurende 8 weken

4. Consolidatie op 1/1/22, met 40 % B.E.O., 40 % B.H.O. en 30 % B.P.O.

5. Esthetische schade van 3,5/7 (niet chirurgisch verbeterbaar).

6. Genoegenschade (niet meer aan bowlingkampioenschappen kunnen deelnemen)

7. Blijvende hulpmiddelen en prothesen: zie aangehechte lijst.
Blijvende medicatie vanaf consolidatie: pijnstillers.
Geen andere kosten na consolidatie.

.

9.13.3 Het percentage (dus de graad) van arbeidsongeschiktheid of economische ongeschiktheid wordt niet alleen bepaald door de weerslag van de invaliditeit op het arbeidsvermogen in het algemeen; deze graad wordt tevens bepaald door de concrete gegevens van het slachtoffer: de linkerduim niet meer kunnen gebruiken leidt tot een hogere arbeidsongeschiktheid voor een arbeider dan voor een advocaat; wie reeds 40 jaar werkzaam is als ongeschoolde arbeider zal wellicht niet meer kunnen worden omgeschoold tot een bediende.

9.13.4 De schade vergoeding wordt niet beïnvloed door de aard van de letsels noch door de oorzaak van de letselschade.

In het Belgische vergoedingsrecht wordt geen onderscheid gemaakt naargelang de aard van de letsels. De begroting van de letselschade gebeurt in principe dus op dezelfde wijze voor een whiplash-patiënt als voor een persoon die een vingerkootje heeft verloren of die een psychisch trauma (met depressie) heeft opgelopen. De graden (percentages) van de economische, huishoudelijke en persoonlijke ongeschiktheid zijn bepalend. Alle bewezen fysieke en psychische (geestelijke) schade als gevolg van het verkeersongeval moet worden vergoed. De juristen hebben de schadelijke gevolgen enkel maar in soorten ingedeeld om ze gemakkelijker te kunnen bespreken.

Zo ook is in principe de rechtsgrond zonder belang: van zodra het recht op schadevergoeding vaststaat moet deze integraal worden betaald aan het slachtoffer, ongeacht of de schade gebaseerd is op de burgerlijke aansprakelijkheid,of op de wetgeving betreffende de zwakke weggebruikers (art. 29bis WAM), of op de verplichtingen van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, of op een medische fout, of op een verkeersinbreuk (samen met art. 1382 Burgerlijk Wetboek). Wie zijn oog heeft verloren door een opzettelijke slag zal geen hogere vergoeding bekomen dan indien het ging om een lichte onvoorzichtigheid. Maar soms is het slachtoffer enkel gerechtigd op een vergoeding die forfaitair (dus niet volgens de werkelijkheid) wordt bepaald, zoals bij toepassing van het arbeidsongevallenrecht of van een sommenverzekering.