Lid: “De minnelijke medische expertise is volledig verkeerd afgelopen. Mijn huisarts ging op de expertisezitting met alles akkoord, en ik ben daar na een kwartier moeten buiten gaan. Enkele maanden later heb ik het eindverslag ontvangen, en daarbij is sprake van slechts 8 % blijvende invaliditeit. Wat kan ik nog doen?”

V.Z.W.: Het gaat hier om een vrij klassiek scenario. Wij kunnen enkel herinneren aan het nut van een degelijke, ervaren raadsgeneesheer (zie hoger onder nr. 3 de belangrijke rol van uw eigen raadsgeneesheer en 16 Uw eigen raadsgeneesheer) en aan het feit dat u na de ondertekening van de overeenkomst tot M.M.E. meestal geen enkele inspraak meer heeft in de medische besluitvorming (zie hoger nr. 5 hoe zorg ikzelf voor een goed verloop van de expertise?).

Uw probleem kan mogelijks wel nog worden opgelost:

  • vraag aan uw rechtsbijstandsverzekeraar de toelating om de medische besluiten te laten controleren door een ervaren en degelijke raadsgeneesheer
  • stel, zelfs zonder deze toelating, zo een raadsgeneesheer aan
  • als deze arts laat weten dat hij de medische besluiten aanvechtbaar acht zal hij dit standpunt schriftelijk uiteenzetten, in een gemotiveerd verslag
  • op basis van dit verslag kan uw advocaat aan de rechtbank vragen om een gerechtsdeskundige aan te stellen
  • hopelijk willigt de rechtbank dit verzoek in
  • de gerechtsdeskundige zal dan zijn medische besluiten vormen, die in principe bindend zijn voor de partijen.

Maar eenvoudig is anders …

Lid: “Op 5 januari 2018 stonden ik en mijn zuster Marleen voor de rode verkeerslichten te wachten. Plots voelden wij een harde botsing: de achterligger had onze auto te laat gezien. Wij hebben beiden een minnelijke medische expertise aanvaard. Voor mijn whiplash waren de besluiten : consolidatie op 5/1/04, met 5 % blijvende invaliditeit. Ik heb vrijwillig het bedrag van in totaal 12.500,00 € aanvaard (vanzelfsprekend naast de vergoeding voor mijn autoschade). De besluiten voor mijn zuster, die ook een whiplash had opgelopen, waren: consolidatie eveneens op 5/1/04, maar met slechts 4 % blijvende invaliditeit. Mijn zuster is koppiger dan ik ; zij heeft het voorstel van de verzekeringsmaatschappij niet aanvaard en zij heeft op kosten van de rechtsbijstand een advocaat onder de arm genomen. Verleden week heeft zij het vonnis van de Politierechtbank ontvangen; hoewel zij een kleinere blijvende invaliditeit heeft, is haar schadevergoeding bepaald op in totaal 16.526,00 €. Dus veel meer dan ik! Werd ik beduveld ?”

V.Z.W.: Vooreerst is het goed mogelijk dat uw zuster zwaardere materiële schade, zoals inkomstenverlies, heeft geleden (zie daarover hoger onder nr. 9.21 professionele schade). Maar ook indien dit niet het geval is kan het verschil in vergoeding begrijpelijk worden genoemd: bij een minnelijke regeling veronderstelt de verzekeringsmaatschappij dat u water bij de wijn wil doen.

Zo wil ik u uitnodigen om de afrekening die uzelf heeft ontvangen van de verzekeringsmaatschappij te vergelijken met de afrekening in het vonnis betreffende de vergoeding aan uw zuster. In deze laatste afrekening zullen ongetwijfeld schadeposten staan die niet voorkomen in uw afrekening, zoals : vergoeding voor de meerinspanningen, zowel tijdens de T.A.O. als tijdens de blijvende invaliditeit, administratiekosten, intresten, e.a. Bovendien zal bij de vergelijking van de twee afrekeningen wellicht blijken dat bepaalde schadeposten door de verzekeringsmaatschappij lager worden vergoed dan door de rechtbank.

Laat steeds het voorstel tot schaderegeling van de verzekeringsmaatschappij minstens eens nazien door een ervaren advocaat, gespecialiseerd in lichamelijke schade ! Dit wordt trouwens ook aangeraden door het Ministerie van Justitie (in meerdere brochures).